Ze hadden graag weer een grote bestelling willen plaatsen in verband met haarun huwelijk. Curt Freed en Robert Ingersoll gingen in 2013 trouwen in Washington, en ze wilden graag een boel bloemen om hun huwelijk op te fleuren. Maar toen de bloemiste, Barronelle Stutzman, hoorde dat het voor een huwelijk van de twee mannen was, besloot zij dat ze geen bloemen zou leveren. Volgens haar was dat haar volste recht als overtuigd christen, met bezwaren tegen de openstelling van het huwelijk voor gelijkgeslachtelijke paren.
Uiteindelijk leverde een andere bloemist. Maar het nieuwbakken echtpaar liet de afwijzing niet zo maar passeren en stapte naar de rechtbank. Daar speelde de vraag of Stutzman in deze zaak het recht had op vrije meningsuiting of dat zij het non-discriminatieverbod van de staat Washington had overtreden. In februari 2017 oordeelde de rechter dat hier geen sprake was van vrije meningsuiting, maar dat het ging om de levering van goederen. Dat thema valt onder het discriminatieverbod. De bloemiste werd veroordeeld tot een boete van 1000 dollar.
Of daarmee de zaak is afgedaan is onduidelijk. Als er hoger beroep wordt aangetekend, zou de zaak voor het Hooggerechtshof kunnen gaan spelen. En nu president Trump de benoeming van een nieuwe, zeer conservatieve rechter voorbereidt is de kans dat het beroep speelt als het Hooggerechtshof een duidelijke anti-homorechten-jurist erbij heeft. Niets is zeker in de VS, en zelfs die constatering niet.