Junta’s staan niet om bekend om hun homovriendelijkheid. En in Thailand heerst sinds enkele jaren een militair regime, nadat de spanningen tussen aanhangers van verschillende politieke stromingen zo waren opgelopen dat er steeds meer doden vielen.
Daarom was het opvallend dat tijdens de wereldconferentie van de ILGA, eind november en begin december 2016 in Bangkok (BKK), What Tingsamitr, de voorzitter van de Thaise mensenrechtencommissie optrad. Die kwam vertellen over de invoering van de Thaise Wet gelijke behandeling, waarin discriminatie op grond van seksuele gerichtheid of genderidentiteit is verboden. En bovendien over het wetsontwerp voor de invoering van een geregistreerd partnerschap in Thailand, dat binnenkort waarschijnlijk wet wordt.
Weer een vooroordeel ̶ in dit geval over militaire regimes ̶ dat niet altijd blijkt te kloppen.
Waarmee overigens niks positiefs is gezegd over zulke junta’s ̶ of ze nou LHBTI-vriendelijk zijn of niet.
ILGA steeds professioneler
In de eerste jaren na de oprichting (1978) was de International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association, toentertijd de International Lesbian and Gay Association (ILGA) een groep die eigenlijk alleen tijdens conferenties echt bestond en die volledig op vrijwilligerswerk steunde. Maar sinds de jaren negentig is ze uitgegroeid tot een professionele organisatie die o.a. bij de Verenigde Naties inzet voor de rechten van lesbo’s, homo’s, bi’s, transen en mensen met een intersekse-conditie. Soms leiden de groeistuipen ook tot spanningen binnen de organisatie zelf, en bijna elke wereldconferentie moeten op basis van de meest actuele inzichten de statuten en het huishoudelijk reglement worden aangepast. Tijdens de conferentie in Bangkok bleek bijvoorbeeld dat het voorstel om één van de twee secretarissen-generaal van de ILGA voortaan altijd uit de “Global South” ̶ zeg maar: de Derde Wereld ̶ te kiezen tot behoorlijke controverses te leiden. Want op dit moment geldt al een regel dat minstens één van de secretarissen-generaal zich moet identificeren als vrouw. Als je daar een extra criterium aan toevoegt, namelijk dat er bovendien minstens één uit de Global South afkomstig moet zijn, dan worden de kansen voor een man uit “het rijke westen” om tot secretaris-generaal te worden gekozen wel heel erg klein. Terwijl er i.h.a. maar weinig kandidaten voor de functie zijn en de verkiezingen toch vooral zouden moeten gaan over de kwaliteiten van de kandidaten, en niet over waar ze wonen.
Maar dit argument was niet doorslaggevend in de discussie. Het waren de vooral de argumenten vanuit minderheidsvolkeren die overtuigden. Aboriginals, Maori, Inuit (Eskimo’s), Saami (Lappen), spraken als representanten van minderheidsvolkeren binnen landen die tot de Global North behoren. Als het voorstel voor een extra criterium in de conferentie zou worden aangenomen, dan zouden zij vrijwel geen kans meer om SG te worden.
Op die gronden werd het voorstel verworpen en blijft het criterium bij de SG-verkiezingen zoals het was. Maar het is duidelijk dat deze discussie nog niet is afgelopen; ongetwijfeld komen er bij een volgende wereldconferentie nieuwe voorstellen die hierop aansluiten. Want deze minderheidsvolkeren hebben ook andere visies op relaties, seksualiteit en erotiek ̶ en een aantal voelt zich helemaal niet thuis onder de noemer LHBTI. Zij moeten zich op diverse gronden verweren: als minderheidsvolk binnen een land waar een andere cultuur dominant is, vaak ook binnen hun eigen minderheidsgroep als seksuele buitenstaander, en ook binnen de LHBTI-beweging, die ‘identiteiten’ heeft gedefinieerd vanuit een ‘Westerse’ (Noord-Amerikaanse, West-Europese) cultuur.
Vakbondsinbreng
Hoewel één vakbond (UNISON, de Britse bond voor de publieke sector) al jarenlang actief lid van de ILGA, was er geen vakbondsworkshop in het programma opgenomen ̶ en Netwerk Roze FNV was net te laat om nog een workshopvoorstel in te zenden. Wel was er een uitgebreide meeting voorafgaand aan de conferentie over LHBTI-rechten en werk, maar dan georganiseerd vanuit Workplace Pride. Omdat Workplace Pride een organisatie is van groepen LHBTI’s binnen bedrijven met steun van de bedrijfsleiding, is hun benadering van seksuele en genderdiversiteit op het werk toch soms anders dan die van vakbonden.
Tijdens de conferentie hebben wij vanuit het Netwerk Roze FNV ook reclame gemaakt voor (de Engelse, veralgemeniseerde, versie van) de Regenboog-cao-checklist. Maar bovendien hebben we het voortouw genomen om met vakbonds-minded mensen bijeen te komen en niet alleen wat lopende internationale issues door te spreken, maar ook een plan te maken om op de volgende wereldconferentie van de ILGA wél een goede vakbondsinbreng te organiseren. Want het is belangrijk dat de conferentiegangers (v/m/…) weten dat internationale vakbondskoepels zoals Public Services International en Education International goede samenwerkingspartners zijn, en dat ze de vakbonden in hun eigen landen erop kunnen aanspreken om op te komen voor LHBTI-rechten. Vakbondswerk moet ook zichtbaar zijn op ILGA-conferenties; dat kan ook tot een grotere en sterkere vakbeweging leiden.
En verder?
In de komende tijd gaan we, samen met onze internationale partners, denken over de invulling van zo’n vakbondsworkshop of vakbonds-preconferentie (of allebei). We moeten op tijd concrete plannen daarvoor indienen bij de ILGA zelf en de lokale organisatoren van de volgende wereldconferentie, die in Wellington (Nieuw Zeeland) gaat plaatsvinden, in 2018. Natuurlijk kunnen ook wij input en ideeën van anderen gebruiken, dus wie creatief wil meedenken is welkom!