“Prima. En uw man? Ik hoop dat die niet politiek actief is?
“Nee.”
“Dan kan ik u hierbij het contract aanbieden als hoofdredacteur. Over drie weken kunt u beginnen. Gefeliciteerd!”
Bij het sollicitatiegesprek van een Finse vrouw werd er klakkeloos van uitgegaan dat zij een mannelijke partner had. Maar toen kwam de chief executive officer van het mediabedrijf dat haar had aangesteld, er achter kwam dat zij met een vrouw leefde, die ook nog eens politiek actief was. De rapen waren gaar en hij ontbond hij haar contract. De vrouw in kwestie liet het er niet bij zitten en stapte naar de rechter.
Die vond dat haar seksuele gerichtheid wel een rol had gespeeld in haar ontslag, maar slechts voor een deel. Waarna zij in beroep ging. Het Hof van Beroep stelde dat het inderdaad ging om discriminatie op grond van seksuele gerichtheid, ook al was dat slechts een deel van het verhaal. Het woog mee dat de ontslagen hoofdredacteur had gelogen en veroordeelde de CEO tot een boete van € 9.000. De ontslagen hoofdredacteur kreeg een vergoeding van € 80.500 vanwege het onwettelijk ontslag, waarvan een deel ook een compensatie was voor het feit dat het een inbreuk op de anti-discriminatiewet was.
Maar dat was niet het eind van het verhaal. In de zomer van 2015 kwam de zaak voor het Hooggerechtshof (plaatje: logo van het Hooggerechtshof). Dat oordeelde dat er niet alleen sprake was van discriminatie op grond van seksuele oriëntatie; er was bovendien óók sprake van discriminatie op grond van de politieke overtuiging van een partner. Ook dat is verboden bij de Finse wet.
De CEO kreeg van het Hooggerechtshof een verdubbeling van de boete opgelegd.