Het zal vrijwel niemand ontgaan zijn dat het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten zich op 26 juni (met een meerderheid) heeft uitgesproken over de openstelling van het huwelijk voor gelijkgeslachtelijke paren. Volgens het Hooggerechtshof is het een beperking van de vrijheid als staten het huwelijk alleen voor man-vrouw-stellen reserveren. Daarmee is de basis gelegd voor de openstelling van het huwelijk in álle staten van de VS.
Pride at Work, de regenboog-organisatie binnen de grote Amerikaanse vakbond AFL-CIO, reageerde onmiddellijk enthousiast. “De gedenkwaardige overwinning in het Hooggerechtshof vandaag heeft bevestigd wat we al wisten: dat het 14e amendement op de Amerikaanse Grondwet staat voor gelijke bescherming bij wet en dat dat ook voor gelijkgeslachtelijke paren het recht om te trouwen omvat. […] We hopen dat de staten snel aan de slag gaan om deze uitspraak om te zetten in wet- en regelgeving.”
“Maar we zíjn er nog niet. In 39 staten kunnen stellen die gebruik maken van de openstelling van het huwelijk nog ernstige consequenties ondervinden op hun werk, bij hun huisvesting, bij het verkrijgen van publieke diensten. Het risico dat werkers die zaterdags met hun geliefde trouwen op maandag ontslag krijgen omdat ze foto’s van hun huwelijk tijdens de koffiepauze aan collega’s laten zien ligt als een sluipende dreiging klaar voor mensen voor wie de bonden in de cao geen anti-discriminatieclausule hebben kunnen afdwingen. En een cao is weliswaar een krachtig instrument, maar we moeten niet vergeten dat er werknemers zijn die niet onder een cao vallen. Daarom is nationale anti-discriminatiewetgeving nodig, die mensen op het werk, thuis, in in de publieke sfeer beschermt.”